DE MAÇONNIEKE STRUCTUREN IN ONZE STREKEN

Om beter te begrijpen wat er gebeurde op lokaal vlak, is het nodig een inzicht te krijgen in de “nationale” maçonnieke structuren.

Al vroeg na 1717 was er sprake van maçonnieke activiteit in onze gewesten: in 1721 zou er al een Loge functioneren te Bergen, en vanaf 1730 te Gent. Van Grootloges was bij ons nog geen sprake. De eerste Loges zochten daarom erkenning bij buitenlandse Grootmachten: Schotland, Engeland (bekend zijn de Grootmeester Hertog van Beaufort, en Broeder de Vignoles, Provincial Grand-Master for Foreign Countries), Frankrijk (met grootmeester Prins de Bourbon-Condé, hertog van Clermont), en de Nederlanden (bekend is vooral Grootmeester baron van Botzelaer).

De Provinciale Grootloge der Oostenrijkse Nederlanden werd in 1770 opgericht en geleid door de ambitieuze François-Bonaventure du Mont, geadeld tot Markies de Gages. Vanuit zijn eigen Werkplaats te Bergen, La Vraie et Parfaite Harmonie, richtte hij deze Grootloge op met zichzelf als Grootmeester.

De achttiende-eeuwse geschiedenis van de maçonnerie in onze gewesten eindigde abrupt als de Oostenrijkse vorst Jozef II, die een sterke centralisatie nastreefde en afkerig was van obscurantisme, zijn fameus Edict uitvaardigde, waarbij hij besliste dat alleen nog te Brussel drie Loges mochten blijven bestaan. Alle andere maçonnieke activiteiten vielen daardoor stil.

Tijdens het Franse tijdperk ontstonden weer steeds meer Loges, o.m. Franse militaire.

Tijdens het Hollandse tijdperk (1815-1830) vielen onze gewesten onder de maçonnieke jurisdictie van het Grootoosten der Nederlanden Prins Frederik, die in 1816 op 19-jarige leeftijd als Grootmeester voor het leven werd benoemd, doch slechts 4 weken later ingewijd, werd in 1818 plechtig onthaald door de Gentse Loges in het Gentse stadhuis. Na de Belgische onafhankelijkheid werd het Grootoosten van België (GOB) gesticht, maar bleven de meeste Gentse loges Hollandsgezind, om economische en antiklerikale motieven. Slechts in 1883 ging de Loge Septentrion over naar het Grootoosten van België.

In 1959 scheurde de grote helft van de Loges af van het Grootoosten, om via de stichting van de Grootloge van België (GLB) terug te keren naar de regulariteit. In Vlaanderen was deze beweging sterker dan in het zuiden.

In 1979 gebeurde er een nieuwe afscheuring, waarbij ongeveer een vierde van de GLB overstapte naar de nieuw opgerichte Reguliere Grootloge van België (RGLB).

Alle Belgische maçonnieke korpsen (Grootoosten van België, Grootloge van België, Reguliere Grootloge van België, Vrouwengrootloge van België, Droit Humain, Lithos) hebben op heden Loges in Gent, maar ook het Grand Orient de Luxembourg, de Gran Logia Simbólica Española hebben er een of meerdere Loges.

Hoewel er geen enkel verband bestaat tussen het Gentse gildewezen, inzonderheid de Gilde van Steenhouwers en Metselaars, en de latere Vrijmetselarij, is het nice to know dat er een operatieve Loge bestond te Gent rond 1527, rond de bouw van het gotische deel van het stadhuis. Het lokaal van deze Loge bevond zich op de hoek van de Hoogpoort en het Schepenhuisstraatje en vervolgens in de Achtersikkel. De naam was wellicht “De Vier Ghecroonden”, hierbij verwijzend naar de patroonheiligen der Vrijmetselaars, die om hun godsdienstige trouw (zij weigerden een tempel te bouwen voor een niet-christelijke god) de marteldood stierven. Men beschikt over een boeiend reglement (“Ordonnancie vanden Steenhauwers”) die de tucht tijdens het werk (niet staan klappen, niet gokken, niet spuwen, geen drank, geen vrouwen) beschreef.

Van het bestaan van de eerste vier hierna vermelde speculatieve Loges hebben we slechts indirecte gegevens, namelijk vermeldingen door anderen. Authentieke documenten ontbreken. Strenge geschiedschrijvers beschouwen hun bestaan dan ook als hypothetisch en onbewezen

LA PARFAITE UNION 1730-1760

Volgens twee geschiedschrijvers van de Vrijmetselarij, Bègue-Clavel en Rebold, die in 1843 en 1851 een geschiedenis van de Vrijmetselarij schreven, zou er te Gent in 1730 een Loge “La parfaite union” erkend zijn geworden door de “Grand Lodge of London”. Volgens Rebold zou een anoniem document bewaard zijn in de Archieven van Le Septentrion, dat melding maakte van twee Loges met dezelfde naam. Deze in Bergen werd gesticht in 1721, deze in Gent in 1730. Dit document is intussen helaas verdwenen.

In zijn doctorale scriptie “De vrijmetselarij in de Oostenrijkse Nederlanden 1726-1786” stelde Hugo De Schampheleire dat deze beweringen, later hernomen in andere historiografische werken, confabulaties zijn. Hij baseerde zich hiervoor op het feit dat in de archieven van de “Grand Lodge of London” over deze erkenningen niets terug te vinden was. De eerste erkenning door de Engelse Grootmacht van een Loge in de Oostenrijkse Nederlanden dateert volgens deze auteur uit 1765, met name “La discrète impériale” te Aalst.

LE SOUTIEN DE LA COURONNE 1741 – 1815

Deze militaire Loge was in 1741 in Frankrijk gesticht.

In 1814 vertoefde ze in Gent, verbonden aan de 6-de Compagnie der Lijfwachten van Koning Lodewijk XVIII, tijdens zijn verblijf in Gent.

Ze vergaderde in het lokaal “La Sodalité” aan de Korte Meer, waar vele andere Loges samenkwamen, en dat een vleugel was van het 1592 gestichte, en in 1773 opgeheven Jezuïetencollege. “Sodalitates” was de naam die de Jezuïeten gaven aan hun Mariacongregaties, d.w.z. hun religieuze bezinningsgroepen voor leken.

AUX TROIS ROSES ? – (1742) – (1763) –

Ook over deze Loge is weinig bekend. Men kent noch haar stichtings-, noch haar uitdovingsdatum. Misschien was deze Loge, zoals de vorige Franse militaire,  op doorgang. Men weet alleen dat in 1742 te Gent de befaamde Baron von Hund tot Meester verheven werd, en dat Br. Boeland toen de A.M. was. Deze Loge zou ook nog in 1763 actief geweest zijn. Ze zou vergaderd hebben in de St.-Pietersnieuwstraat, in het opgeheven klooster der Zusters Apostolinnen.

Baron von Hund was een schatrijke, nogal goedgelovige Pruisische baron, die vertrekkende van hem zogezegd toevertrouwde documenten de “Strikte Observantie” oprichtte, een soort kruising tussen Vrijmetselarij en Tempeliers, die nogal geheimzinnig te werk ging. De Orde, die alleen in Duitsland bestaan heeft, doofde rond 1770 weer uit, echter niet zonder de Baron intussen geruïneerd te hebben.

LA FELICITE ? – 1767 – 1783

Deze Loge zou volgens maçonniek geschiedschrijver Destanberg al bestaan hebben in 1767, vermits hij in de archieven van de Provincie Grootloge te Bergen gevonden heeft dat de A.M. van deze Loge tevens Adjunct-Redenaar was van deze Grootloge in dat jaar. Parmentier, een maçonniek geschiedschrijver, sluit dit echter uit, op basis van het feit dat in die tijd alle leden van Loges van de adel waren, terwijl La Félicité bestond uit bedienden, kleermakers, behangers, kappers, enz. Hij veronderstelde dan ook dat ze pas van rond 1780 was.

Hoe dan ook, in 1783 versmolt deze Loge met La Bienfaisante, en vormde voortaan La Félicité Bienfaisante, die lange tijd de belangrijkste en welvarendste Loge van Gent geweest is.

LA DISCRETE IMPERIALE ET ROYALE (1762 – 1767)

Dit is de eerste Loge waarvan men objectief zeker is dat ze bestaan heeft, ook al kennen we geen officiële constitutiebrief.

Deze Loge, waarvan het bestaan slechts in 1923 werd ontdekt, dankzij documenten teruggevonden in het Jozefietencollege te Melle, is vermeld in het werk van Pater Van der Schelden over de Vrijmetselarij in de Oostenrijkse Nederlanden. De documenten waren in het college terechtgekomen, omdat een A.M. één der paters als biechtvader had, en hem vóór zijn overlijden de documentatie toevertrouwde.

Deze Loge, gesticht rond 1762, had ongeveer dezelfde naam als haar dochterloge in Aalst (La Discrète Impériale). Toen beide Loges hun patent aanvroegen in Londen, werd wel de Loge van Aalst erkend, maar niet deze van Gent, wat voor enige beroering zorgde. Later werd naar verluidt alles in der minne geregeld.

De eerste Achtbare Meester van deze eerste met zekerheid bestaande Loge was Br. Adriaen Jacques GOETHALS (1735-1816). Deze edelman, schepen van de Keure, stamde uit een adellijk Gents geslacht dat al sinds 1260 een schepen van de Keure leverde. Hij liep school in het Gentse Jezuïetencollege in de Volderstraat (waarvan de gebouwen thans de aula, een stadsschool en de rechtsfaculteit herbergen). Hij volgde voor zover bekend geen hoger onderwijs, maar werd handelaar zoals zijn vader. Hij had geen kinderen die de familienaam verderzetten. Hij werd wellicht ingewijd te Brussel in 1758 in een tijdelijke Loge, waarvan de Engelse edelman Sir Thomas Chambers Cecil Achtbare Meester was. Hij werd de eerste Achtbare Meester van La Discrète Imperiale et Royale, en bovendien stichtend Achtbare Meester van La Discrète Imperiale te Aalst (1764). Enkele bouwstukken zijn van hem bewaard gebleven, waarin hij in de moraliserende stijl van die periode spreekt.

Hij overleed op 8 juli 1816. Hij werd begraven in een “graefstede” van het kerkhof rond de St-Amanduskerk te Oostakker. Op de kerkmuur achter het hoofdaltaar is nog steeds een in het Nederlands gestelde arduinen muurplaat te zien. Op initiatief van wijlen Br. Guy Schrans, die deze gegevens verzamelde en het graf ontdekte, wordt sinds 1995 jaarlijks een sobere maçonnieke herdenking gehouden bij het graf van deze symbolisch eerste Gentse Vrijmetselaar.

LA CANDEUR (1763 – 1786)

Deze Loge, met talrijke onderofficieren, werd opgericht met een Stichtingsbrief van Baron Carel van Boetzelaer, Grootmeester van het Grootoosten der Nederlanden (“Groote Loge in Holland”). Maar toen ze haar erkenning aanvroeg bij de in 1770 gestichte Provinciale Grootloge der Oostenrijkse Nederlanden werd deze niet verleend, omdat de adellijke Gentse officierenloges La Bienfaisante en La Constante Union, protesteerden tegen haar erkenning want ze bevatte geen “personnes de condition”. De Nederlandse Grootmeester, evenals de Fransman de Vignoles, Provincial Grand Master for Foreign Countries, hielden er zich mee bezig op last van Londen. Zij merkten dat het protest weinig broederlijk was.

We kunnen dus veronderstellen dat deze Loge bleef arbeiden onder de Obediëntie van het Grootoosten der Nederlanden. Ze staat trouwens in 1773 nog steeds op de lijst der werkplaatsen van deze Grootmacht.

Eerst vergaderde deze Loge “In den Groenen Herder” in het “Meer”, wellicht de Lange Meer, nu de Universiteitsstraat. Deze herberg behoorde tot de “principaelste hostelryen”, volgens een manuscript van 1768. Later vergaderde ze in een veel bescheidener lokaal, namelijk de voormelde Herberg “L’Empereur” in de Schuurkensstraat.

De loge werd wellicht in slaap gesteld tussen 1774 en 1785. Uit de ledenlijst van deze Loge in 1786 blijkt dat het ledenbestand nog steeds zeer democratisch was. Op dat ogenblik was haar A.M. trouwens een plafonneur.

Enkele jaren geleden werd in Gent een “autonome” Loge (niet behorend tot de gekende obediënties) opgericht onder de benaming “La Candeur”. De A.M. was de Gentse dierenarts R. B. . De Loge kende slechts een kort bestaan.

LA BIENFAISANTE (1765 – 1783)

Ook deze Loge werd gesticht door Baron van Botzelaer, G.M. van het Grootoosten der Nederlanden. In 1776 ging deze Loge over naar de Provinciale Grootloge der Oostenrijkse Nederlanden, en ontving een nieuwe stichtingsbrief van Markies de Gages. Ze vergaderde in hotel “Aux Armes d’Angleterre”, ook “Het Boerenhol” genaamd, op de Kouter.

In het begin was ze een militaire Loge. Later had ze adellijke leden, zoals verschillende leden van de familie Vilain XIIII, della Faille d’As-senede, graaf d’Hulst, alsook officieren zoals de Montclergeon, adjudant van de Gentse citadel. In 1765 werd prins Charles Joseph de Ligne (“Prince flamand”) ingewijd.

Zoals gezegd verzette deze Loge, die hoofdzakelijk uit officieren bestond, zich in 1770 tegen de erkenning van La Candeur, waar vooral onderofficieren en soldaten lid van waren.

Deze Loge dommelde echter na enige tijd in, en in december 1782 stuurde Baron Plotho, secretaris van deze Werkplaats, brieven rond, o.m. naar burggraaf Vilain XIIII, en riep allen samen om een nieuwe Commissie van Officieren Dignitarissen te kiezen. Eén deze brieven is bewaard in de Gentse Universiteitsbibliotheek. Enige tijd later, in 1783, versmolt deze zieltogende Loge met La Félicité, om La Félicité Bienfaisante te vormen.

LA CONSTANTE UNION (1768 – 1773)

De stichtingsbrief werd in 1768 verleend door Hertog de Beaufort, Grootmeester van Engeland.

Ze vergaderde in het St-Antoniushof nabij het Prinsenhof. Het lokaal was eigendom van de Gilde der Kruisboogschutters, en behoorde eveneens tot de “principaelste hostelryen” der stad. Onder de ingewijden tellen we Kanunnik De Meulenaere, die later stichter en A.M. was van een Loge te Leuven.

De brieven en convocaties van deze Loge waren in het Latijn gesteld.

In 1770, bij de oprichting van de Provinciale Grootloge der Oostenrijkse Nederlanden, ging deze Werkplaats over naar deze Obediëntie. Ze werd geschrapt van de lijst der Grootloge in 1783, nadat ze al 10 jaar geen teken van leven meer had gegeven.

LA PARFAITE AMITIE (1780 – 1786)

Deze Werkplaats kwam samen “Au Dauphin de France”, in de Hertogstraat rechtover de Plotersgracht (Patershol).

De oorsprong van deze Loge is onbekend, maar vermits haar samenstelling nogal “democratisch” was, kon ze niet zeer oud zijn, vermoedelijk van rond 1780. De A.M. was een kleermaker, die de zinvolle familienaam “Le Frère” draagt. Andere leden waren o.a. een vishandelaar, een brouwer, een juwelier, en enkele “schrijvers”, d.w.z. geletterden die als beroep hadden brieven te schrijven voor ongeletterden.

Er is niet veel bekend over haar geschiedenis, tenzij dat ze na het Edict van 1786 haar ledenlijst naar Brussel stuurde, en na deze datum verdween als zovele andere. Als 17 jaar later, in 1803, La Félicité Bienfaisante werd heropgericht, behoorde Joseph Le Frère weer tot de actieve leden, en schonk hij aan zijn nieuwe werkplaats een verzameling maçonnieke voorwerpen en documenten afkomstig van La Parfaite Amitié.

DE STANTVASTIGE EENDRACHT (1781 – 1786)

Intussen moet de Loge “La Constante Union” ontwaakt zijn, want bij het Edict in 1786 stuurde ze een uitgebreide ledenlijst in. Thans was ze echter samengesteld uit eenvoudiger lieden, zoals een suikerbakker, een loodgieter, een vishandelaar, de bestuurder van de fabriek van het Verbeteringsgesticht, marktkramers, enz. Ze vergaderde enkele straten verder, “In de Criekerye”, in de gelijknamige straat (thans de achterkant van het St-Vincentiusziekenhuis en het klooster der Augustijnen).

Ze beschikte over de Stichtingsbrief van de oude gelijknamige Loge, maar volgens sommigen zou ze deze brief via een openbare verkoop van inboedel hebben verkregen.

In plaats van de Franse taal gebruikte men het Nederlands, “la langue du peuple “, zoals Verbeemen het zo fijngevoelig in 1953 noemde. Ze was hiermee de eerste Nederlandstalige Loge te Gent, doch zal door het Edict slechts 5 jaar bestaan. Haar naam had ze vertaald in “De Stantvastige Eendracht”.

Deze Loge van zelfbewuste burgers paste volledig in deze periode van “Vlaamse Verlichting”, waarbij een eerste taalkundige heropstanding plaatsvond, die o.m. leidde tot het bloeien van Rederijkerskamers tot in de kleinste dorpjes van Vlaanderen.

In de archieven van de UCL bevindt zich een prachtige berijmde Nieuwjaarsbrief uit 1782.

De ingestuurde ledenlijst vermeldde verder nog volgend commentaar: “Lyste der Vlaemsche Loge ‘La Constante Union’, gepatenteerd van den hertogh de Beaufort van daeten 18 July 1768, dewelcke hunnem vergaedringe syn houdende in eenen hof gestaen ende gelegen in he Kriekerey straetjen achter de Augusteynen, waervan de naemen en de litten syn als volght […] Gevende de voorzegde metselaars achtervolg ende de bevelen bie Sien Majesteits-placcaeten van den negensten january 1786 te kennen dat sy syn de eenigste dewelcke syn werckende in de Vlaemsche taele, synde hunne moederlyke […]”

Als deze Loge in 1786 gedwongen haar Lichten moet doven, zal het, met uitzondering van enkele Nederlandstalige ritualen in Les Vrais Amis tijdens het Hollands tijdvak, juist geteld nog 150 jaar duren, alvorens opnieuw een Nederlandstalige Loge in Gent wordt opgericht.

LA FELICITE BIENFAISANTE (1783 – 1786)

Zoals al vermeld ontstond deze Werkplaats door de versmelting van de democratische Loge La Félicité, met de aristocratische La Bienfaisante. .

Ze kwamen samen in het voormalige lokaal van La Félicité, de “Ecife de France” (“In den Franschen Schilt”) aan de huidige Vogelmarkt, en de eerste A.M. is de voormalige A.M. van La Bienfaisante. Haar samenstelling wijst duidelijk op de vernieuwde sociale egalitaire opvattingen die in die tijd heersen, want de eerste A.M. Markies Joseph Alexandre de l’Aspiur, had als adjunct Clément De Blicquy, handelaar, en als Opzieners een behanger en een slotenmaker.

Deze Werkplaats werd eveneens opgeheven in 1786, doch enkelen van haar leden sloten zich aan bij één der drie Brusselse Loges die hun activiteiten mochten verderzetten.

LES FRERES ZELES (1783 – 1787)

Deze Loge begon haar activiteiten rond 1783, en ontving haar stichtingsbrief in 1785 van de Provinciale Grootloge der Oostenrijkse Nederlanden. De Broeders, allen van gewone afkomst,  deden hun titel “zèle” alle eer aan, want ze waren zeer actief, en vielen op door hun sobere maaltijden. We weten niet waar zij vergaderden.

Ze verdween niet helemaal door het Edict van 1786, vermits zij in 1787 nog zittingen hield ondanks het schriftelijk protest van baron von Seckendorff, voorzitter van het “comité central” van de drie nog toegestane Brusselse Loges.

LA CONSTANTE UNION (1807 – 1810)

Een derde heropleving van deze Loge lag aan de basis van de Loge Le Septentrion. Enkele BBBB wilden La Constante Union in 1807 heroprichten. Ze vergaderden in La Sodalité. Verzet kwam echter van La Félicité Bienfaisante en Les Vrais Amis, wegens de kwaliteit van enkele van die BBBB. Sommigen traden daarom toe tot les Vrais Amis, anderen tot La Félicité Bienfaisante, en het zijn deze laatsten die in 1811 uitzwermden om Le Septentrion op te richten. De schetsen van deze Loge bevinden zich trouwens in de archieven van Le Septentrion.

LA FELICITE BIENFAISANTE (1803 – 1827)

In 1803 namen oud-leden weer het initiatief om hun Loge opnieuw tot leven te wekken, en in 1805 ontvingen zij hun Stichtingsbrief van het Grand Orient de France.

Onder hun leden tellen ze welstellende burgers, wat we weten uit een krantenartikel in “Le Journal du Commerce du Département de l’Escaut” uit 1807. Dit artikel vermeldde dat deze Werkplaats, “die vele rijken en notabelen der stad Gent bevatte”, een belangrijk gebaar van menslievendheid stelde jegens de slachtoffers van de ontploffing van een boot met springstof te Leiden, waarbij tientallen huizen instortten.

Onder de leden telde men o.m. Lieven Bauwens, industrieel en burgemeester van de stad, vriend van Napoleon, en verder Vilain XIIII, de burgemeesters van Wetteren, Drongen, Aalter en Hansbeke, de beroemde chirurg Kluyskens, hoge officieren uit het Franse leger zoals kolonel Méda, die op Robbespierre geschoten had, de grootgrondbezitter Van Pottelsberghe, enz.

In 1808 vergaderde deze Werkplaats in het voormalig klooster der Apostolinen in de St-Pietersnieuwstraat, in 1810 in het lokaal van de Rederijkerskamer in de Schouwvagerstraat uitgevend op de Oude Houtlei, in 1812 in de Sodalité in de Korte Meir, en in 1817 op de Ajuinlei.

In 1814 werden talrijke Pruisische militairen ingewijd, die als bevrijders onthaald werden. Ook het Nederlandse bewind werd geestdriftig onthaald, en al in juni 1815 werd om aansluiting verzocht bij het Grootoosten der Nederlanden.

Ze doofde uit vóór 1830. Tijdens de laatste jaren van haar bestaan vinden we leden als burgemeester Graaf de Lens en zijn opvolger Pierre de Raveschoot. Verder bekende namen zijn Della Faille en de Kerchove de Denterghem.

LA PARFAITE UNION (1807 – 1810)

Deze Loge werd opnieuw tot leven gewekt in 1807. Ze werd echter door de andere toenmalige Gentse Loges als onregelmatig beschouwd, omdat enkele leden tot “une espèce grossière” zouden behoren. Enkelen der leden van La Constante Union werden zelfs uitgesloten om aan initiaties hebben deelgenomen.

Hun tempel bevond zich in Herberg L’Empereur, in de Schuurkensstraat (bij het huidige restaurant “Het Pakhuis”).

We weten niet hoe haar arbeid een einde nam.

LES VRAIS AMIS (1807 – 1853)

Deze Loge werd opgericht in hetzelfde jaar als de onregelmatige heroprichting van La Parfaite Union.

Samen met de voorspoedige Félicité Bienfaisante arbeidden ze eerst in het voormalige Apostolinenklooster in de St-Pietersnieuwstraat, later in de Sodalité. In 1820 verhuisden ze naar de Grote Sikkel, een gebouw dat thans tot het Conservatorium behoort. Vanaf 1850 arbeidde deze werkplaats in Twaalfkameren.

Ze bestond uit notabelen, edelen en officieren. Hun A.M. waren trouwens eerder A.M. geweest bij La Félicité Bienfaisante.

Tussen 1820 en 1830 werkte ze enkele malen in het Nederlands, met ritualen hen opgestuurd door de Loge “Eendracht Maakt Macht” uit Den Haag.

Eén van haar actieve leden, Charles Vervier, behoorde later tot de stichters van de Vlaamse Beweging. In 1842 wint deze BB Vervier trouwens een prijs, uitgereikt door La Parfaite Union uit Douai, voor een studie met als naam: “Quels seraient les moyens à employer pour rendre à la Maçonnerie son ancien éclat?” Dezelfde Vervier zat in 1831 de plechtigheid voor waar BB Metdepenningen als A.M. werd ingehuldigd.

Samen met Le Septentrion verzette deze werkplaats zich in 1832 krachtig tegen de oprichting van het Grootoosten van België.

Bekende leden waren o.m. Constant de Kerchove de Denterghem, burgemeester van Gent, de befaamde hoogleraar en Latinist Gantrelle, en de industrieel Heyndrickx.

Door Broedertwisten verscheurd doofde deze Werkplaats uit in 1853.

St-NAPOLEON DU NORD (1809 – 1815)

Dit was een militaire Loge, opgericht door officieren van Napoleon. In 1814 verzocht zij Le Septentrion om haar tableau te schouwen, maar enige maanden later werd ze ontbonden.

Ze vergaderde in de Sodalité aan de Korte Meer.

LE SEPTENTRION (GLB) 1811 – heden

Dit is de oudste thans nog bestaande Gentse Werkplaats. Van 1855 tot 1866 was zij de enige nog functionerende Gentse Loge. Uiteraard zijn daardoor alle thans bestaande Gentse Loges direct of indirect uitgezwermd vanuit Le Septentrion. De laatste uitzwerming is deze van La Fidélité, die in 1979 deelnam aan de oprichting van de Reguliere Grootloge van België.

Enkele belangrijke momenten uit haar lange geschiedenis:

Ze werd opgericht door enkele BB “van bescheidener afkomst” dan deze van La Félicité Bienfaisante et Les Vrais Amis. In 1807 wilden ze “La Constante Union” weer tot leven wekken, maar stootten ze op weerstand van beide voormelde werkplaatsen, omdat zich in hun groep BBBB bevonden, van wie de maçonnieke waarde betwist werd. Daarom lieten de meesten zich eerst opnemen in La Félicité Bienfaisante (1810), en in 1811 verlieten 7 BBBB deze Werkplaats om een nieuwe Loge op te richten, Le Septentrion, naar een noordelijk sterrenbeeld met 7 sterren.

In 1829 werd jurist Hippolyte Metdepenningen, geboren in 1799.ingewijd in Les Vrais Amis. In 1830 affilieerde hij zich met Le Septentrion, om al in 1831 A.M. te worden, wat hij meer dan een halve eeuw blijven zou (hoewel hij vanaf 1860 nog maar één keer per jaar kwam…).

Deze Werkplaats was van meet af aan zeer orangistisch, en verzette zich zowel tegen de Belgische Staat als tegen het Belgische Grootoosten Zeer tegen alle maçonnieke gebruiken in bleef de Loge tot in 1883, twee jaar na de dood van Metdepenningen, arbeiden onder het Grootoosten der Nederlanden. In 1861 was de Belgische Grootmeester “wel al eens” op bezoek gekomen…

In 1839 braken er te Gent orangistische rellen uit, en Metdepenningen werd aangehouden omdat men hem ervan verdacht de auteur te zijn van een orangistisch persartikel. Als later de echte auteur, een Frans magistraat, zich kenbaar maakte werd Metdepenningen in vrijheid gesteld en op schitterende manier onthaald te Gent, zowel door een grote volkstoeloop als met een schitterend banket in zijn Loge, waar uit volle borst orangistische liederen gezongen werden.

Vanaf 1845 werden er in de Tempel, naast de ritualen, steeds vaker profane problemen besproken, en evolueerde de Werkplaats naar een politieke club o.l.v. Metdepenningen. Onderwerpen als schoolplicht, een liberaal congres, landsverdediging en de kieswet zijn aan de orde. Na de discussie werd gestemd over de mening die iedereen verondersteld werd voortaan te volgen, en er werd ook bepaald hoe men stemmen zou bij de nationale verkiezingen.

In 1865 besliste men om paal en perk te stellen aan deze politieke discussies, maar dit is niet naar de zin van een reeks jonge, politiek dynamische BBBB, die uitzwermden als “La Liberté.” Aanleiding was een betwiste herkiezing van Metdepenningen als A.M. en de samenstelling van een C.O.D.

In de daaropvolgende jaren ging de Septentrion een moeilijke tijd tegemoet. Soms moesten zittingen afgelast worden bij gebrek aan aanwezigen. Uitzondering vormde een feest in 1879, waarbij de 50-ste verjaardag van Metdepenningens inwijding werd herdacht. Metdepenningen zelf stierf in 1881, en kreeg een schitterend grafmonument op het Gentse Westerkerkhof. Het is daar ook vandaag nog één der prachtigste grafmonumenten. Verder kreeg Metdepenningen een standbeeld vóór het gerechtshof, het enige in zijn genre in België. In 1953 kon BB A. Verbeemen nog uitroepen “qu’il est presque incroyable que malgré cela elle a échappé à la vengeance de nos adversaires.” Daarbij maakte hij allusie op twee Duitse bezettingen. Slechts enkele jaren geleden werden de maçonnieke opschriften discreet verwijderd. De sporen zijn echter nog duidelijk zichtbaar.

In 1911 werd het ziekenhuis Institut Moderne opgericht op initiatief van Gentse Vrijmetselaren. Een oprichtingsplechtigheid greep plaats in de grote zaal van het ziekenhuis, omgevormd tot gelegenheidstempel, en de hoogste maçonnieke instanties, waaronder Graaf Goblet d’Alviella, namen deel aan de plechtigheid.

Tijdens de laatste wereldoorlog werden de lokalen van de Septentrion verzegeld door de bezetter, na er een anti-maçonnieke tentoonstelling te hebben ingericht.

In 1959 stichtte deze Werkplaats mede de nieuwe GLB , vanuit het verlangen terug te keren naar de regulariteit.

In 1979 was de Middenkamer op één stem na unaniem akkoord om nogmaals de stap te zetten, deze keer naar de RGLB, doch de meerderheid der gewone leden, waarvan de meesten zelden of nooit naar de zittingen kwamen en dus zeker niet wakker lagen van probleempjes als universele regulariteit, vond de stap wat te overijld, en deze ultieme twijfel, door henzelf als voorzichtigheid bestempeld, had voor gevolg dat de Werkplaats de stap niet zette naar de Regulariteit. De eerste Grootmeester van de RGLB, Charles Wagemans (ƚ), was nochtans gewezen A.M. van deze werkplaats, en zeven van laatste AA.MM. van de Septentrion zijn allen overgekomen naar La Fidélité.

Le Septentrion is nog steeds een zeer grote Werkplaats, die op zaterdagavond samenkomt. In 1811 vergaderden ze in de Sodalité, in 1818 in Herberg “L’Empereur” in de Schuurkensstraat, in 1828 in de Kriekerij, en sinds 1831 in hun huidig lokaal. Dit lokaal werd meerdere malen uitgebreid en verfraaid. Hun Tempel is één van de mooiste in Gent.

LES AMIS DU ROI ET DE LA PATRIE (1817 – 1821)

Deze militaire Loge werd opgericht door Prins Frederik, Hertog van Saksen-Weimar, tijdens de oorlog tegen de Prins van Gavere.

LA FELICITE BIENFAISANTE (1833 – 1855)

Orangisten wekten haar weer op in 1833, en ze kende nog gedurende jaar een voorspoedig bestaan, met als lokaal het oude Brouwershuis in de Wilderoosstraat, een zijstraat van de Onderbergen. Deze zaal bestond nog in 1953.

Onder haar leden ontmoeten we thans namen als Prins Bernard van Saksen-Weimar, Charles Hanssens, dirigent van de Gentse Schouwburg en later van de Muntschouwburg, alsook Pierre De Vigne-Quya, de beeldhouwer van het standbeeld van Jakob van Artevelde.

Doch vanaf 1850 waren er moeilijkheden met het vinden van een nieuwe A.M., en de Werkplaats doofde haar Lichten. De laatste leden sloten zich aan bij de Septentrion, die alzo tussen 1855 en 1866 de enige nog bestaande Gentse Loge was.

LE BOUCLIER BELGE (1836 – 1837)

Weer een militaire Loge, opgericht te Hasselt. Na haar verblijf te Gent ging ze naar Dendermonde. Vele van haar Broeders namen in 1837 deel aan de Stichting van La Fidélité.

LA FIDELITE (1837 – 1854)

Toen de twee belangrijkste Gentse Werkplaatsen, “Le Septentrion” en “Les Vrais Amis” stug Hollandsgezind bleven, nam politicus en vriend van Koning Leopold I, Baron de Stassart, het initiatief tot het oprichten van een koningsgezinde Werkplaats, die gesticht werd op 28 oktober 1837. BB Frantz Faider, substituut van de Procureur des Konings en latere AM, hield bij de oprichting een schitterende rede, waarin hij niet alleen wees op de plicht van elke Vrijmetselaar om de profane grenzen en dus de nationale grootmacht te erkennen, maar vooral om zich te verheffen boven politieke en religieuze bekommernissen.

Er bestaat tevens een verslag uit 1838 van BB Jacobs, afgevaardigde van de Opperraad voor België (dus de Hogere Graden):

“Dès mon arrivée, je me suis rendu à la Loge où l’on m’avait attendu avec impatience (…) Defrenne et Daine avaient commencé une installation à leur manière, sans grandes formalités et plutôt familiaire (…) J’ai remis les choses au point (…) et suivi le cérémonial traditionnel. (…) Plus tard, j’ai prononcé un discours où je me suis étendu sur les bienfaits de l’Ecossisme. (…) L’illustre Frère Defrenne a ensuite chanté tout son répertoire; il a fait bien plaisir. Le général Daine a fait à son tour ce qu’il pouvait. Finalement, nous étions tous très contents les uns des autres. La Loge de Gand s’était mise en frais et a fait de son mieux, mais en général, les Frères ne sont pas des sommités intellectuelles. Le Vénérable n’y entend pas grand’chose… “

Als Tempel gebruikte La Fidélité eerst een bescheiden lokaal aan de Bagattenstraat, in 1840 ergens een zaal aan St-Anna, in 1845 samen met andere Loges de Achtersikkel, en in 1850 tenslotte in Twaalfkameren.

De laatste A.M., BB Canonne, stapte na het uitdoven van La Fidélité in 1854 over naar de Septentrion, maar verliet deze weer in 1866, toen de Liberté uitzwermde. Het is aan deze Werkplaats dat hij het vaandel van La Fidélité ten geschenke gaf, dat er nog steeds vertoeft. De nieuwe Fidélité (RGLB) mocht dit vaandel kopiëren in 1980.

LA LIBERTE (GLB) 1866 – heden

Rond 1865 ontstond er bij de Broeders van “Le Septentrion” een zekere oververzadiging door de eindeloze politieke discussies die er in deze werkplaats plaatsgrepen, en er werd beslist om daarvan af te stappen. Daartegen kwamen echter een 60-tal jongere Broeders in het verzet, en zij besloten in 1866 om uit te zwermen. De naam van deze nieuwe Loge is geïnspireerd op een dynamische liberale beweging rond de krant “La Liberté” te Brussel.

Politieke onderwerpen zoals de hervorming van het kiesstelsel, vrouwen- en kinderarbeid in de ‘ mijnen en fabrieken stonden al van in het begin op de dagorde der zittingen.

Sinds 1954 werd de Bijbel weer in de Tempel uitgestald als een der Grote Lichten, en in 1959 werd de stap gezet naar de GLB. Enkele Broeders, die de stap niet wilden zetten, zwermden uit als de heropgewekte Vrais Amis, en bleven onder het G O B.

DE ZWIJGER (GOB) 1935 – heden

In 1935 werd deze Werkplaats opgericht, als eerste Nederlandstalige, te Gent sinds het korte leven van De Standvastige Eendracht rond 1782. Stichters waren Nederlandstalige Broeders van Le Septentrion en La Liberté.

De motiverende nota, gericht aan het G.O., vermeldde “que la nouvelle Loge est appellée à rallier l’élite flamande qui, depuis la flamandisation de l’université de Gand, devient d’année en année plus nombreuse. ” En verder werd betoogd “qu’il est d’impérieuse nécessité de faire bloc contre les menées des cléricaux qui s’acharnent à faire de notre université, une université catholique “.

De naam “De Zwijger” verwijst naar Willem de Zwijger, geuzenvechter tegen de Inquisitie, en ook naar de eerste plicht van elke Vrijmetselaar. Hun lokaal was tot in 1945 in de Raketstraat, en werd later hetzelfde als dat van de Septentrion.

DE ZWIJGER (GLB) 1959 – heden

Bij de oprichting van de GLB in 1959 besloot een meerderheid van de leden van de A:.L:. De Zwijger heeft “ over te stappen “ naar de nieuwe Obediëntie. Dit gebeurde door een referendum onder de leden nadat bij een eerdere stemming geen 2/3 meerderheid werd bereikt. Bij dit referendum was 3/4 voor een overgang naar de GL. De Grootm:. van het G:.O:. betwistte de juridische waarde van dit referendum en bijgevolg van de splitsing.

Vanuit de Zwijger GO werd het standpunt gehanteerd dat de werkplaats in het GO werd gesticht en dat zij gewoon in het GO verder bleef werken. Voor de Zwijger GL was 3/4-de van de stemmen beslissend voor hun keuze.

Ten gevolge van deze redeneringen werd er, noch in de GL, noch in het GO een NIEUWE werkplaats gesticht en behield elk van de beide werkplaatsen naam, kleuren en oprichtingsdatum (1935).

Dit wordt ook allemaal zo beschreven in het gedenkboek “50 jaar De Zwijger GO/GL 5935-5985 naar aanleiding van de gezamenlijke viering van het 50-jarig bestaan.

LES VRAIS AMIS (GOB) 1960 -heden

Uitzwerming uit “La Liberté” van Broeders die in het Grootoosten wilden blijven toen “La Liberté” overstapte naar de Grootloge.

PIETER DE ZUTTERE (GLB) 1966 -heden

Opgericht als dochterloge van De Zwijger GLB. In 1966 voelde men de nood aan om de aangroei te bevorderen der Nederlandstalige Vrijmetselarij, die numeriek zeker sterk was achtergebleven.

De naam der Loge herinnert aan Pieter Anastasius De Zuttere, Zuid-Nederlandse apostel der verdraagzaamheid uit de 16-de eeuw. Ook zijn kenspreuk werd overgenomen: “Als beter can blycken, dat oude sal wycken “.

De Loge stelt zich kritisch op tegenover de GLB. Omdat Vrijmetselarij persoonlijkheidsvorming nastreeft, meent de Loge dat dit vanzelfsprekend ook de ontvoogding van het denken beoogt, dat derhalve elk dogma moet leren verwerpen. Ze gaven na enige tijd het interobediëntieel tijdschrift “Thema” uit, waar de dialoog over maçonnieke waarden kan worden voortgezet.

Spanningen met andere Loges deden haar rond 1985 beslissen om een eigen, apart lokaal in te richten in St-Amandsberg.

BEVRIJDING (GOB) 1976 – heden

Vanuit De Zwijger GOB werd deze werkplaats opgericht. Haar Stichters wilden een vrijzinnige, sociaal geëngageerde en strijdvaardige maçonnerie beoefenen. In de Tempel wordt daarom ook actuele sociaal- economische problematiek ter bezinning aangeboden, en van de BBBB wordt in hun profane uitstraling een consequente houding verwacht. De leuze is: “Meer is in U”, een vertaling van het “Plus est en vous” van de Brugse middeleeuwse familie Gruuthuuse.

Er werden nieuwe ritualen opgesteld, en in evaluatie- en programmatiezittingen werd het formele en informele leven van de Loge besproken en bepaald. Er is in principe slechts één initiatie per jaar, waarbij doorgaans meer dan 130 BB (en ZZ) uit het gehele land de kolommen sieren.

Na een jaar experiment, waarbij op alle Zittingen Zusters als bezoeksters werden aanvaard, en gebleken was dat dit “het mannelijke karakter van de Loge niet had geschaad,” besloot deze Werkplaats deze gewoonte te officialiseren. Het Grootcomité van het GOB beraadde zich in 1984 over deze materie, en besliste bij meerderheid dat dit moest stoppen. De A.L. Bevrijding, en twee andere Werkplaatsen die dit experiment volgden werden hiervoor gewaarschuwd, en schenen hun houding te zullen bijsturen. Toen dit uiteindelijk niet gebeurde, werd de Loge geschorst door het GOB zodat zij het statuut van Wilde Loge aannam. Slechts begin 1996 werd deze breuk weer bijgelegd.

In 2004 kende Bevrijding een belangrijke desaffiliatie, toen een aantal BBBB na een nieuwe discussie over het inwijden van vrouwen de Loge De Ruwe Kassei oprichtten onder het Grootoosten van Luxemburg.

In 2017 sloot men aan bij Lithos Confederatie van Loges (gemengd).

LABYRINT (GLB) 1976 -heden

Gesticht in 1976, eveneens door De Zwijger GLB.

Ze streven naar waarachtige Broederlijkheid en diepgang. De groei wordt numeriek bewust traag gehouden. Ze stimuleren het gebruik van oude ritualen, aangepast aan de hedendaagse stijl en taal. Het devies is: “Ne dessins”, wat betekent: “Geef niet op.”

MITHRAS (GLB) 1977 -heden

Deze Loge is een uitzwerming van Pieter De Zuttere (GLB) met vooral  leden uit het onderwijs.

LA FIDELITE (RGLB) 1979 -heden

“La Fidélité”, die zoals beschreven uitzwermde uit “Le Septentrion” en waarvan de Broeders na haar in-slaap-stelling in 1854 affilieerden bij “La Liberté”, werd in 1979 de moederloge van de andere reguliere Gentse Werkplaatsen.

In 1979 stelde zich namelijk andermaal het probleem van de Regulariteit. Hoewel de ritualen der GLB regulier verliepen, waren er problemen doordat de irreguliere Broeders van het Grootoosten weer op bezoek kwamen, en doordat de Godskwestie in de Constitutie eerder vaag was omschreven. Daarom nam ongeveer een kwart der BBBB van de GLB het initiatief om in de zomer van 1979 een Reguliere Grootloge op te richten, die zich strikt aan de internationaal geldende spelregels zou houden. De eerste Grootmeester was Charles Wagemans, gewezen Achtbare Meester en lid van Le Septentrion. We vermeldden al dat de quasi voltallige COD van Le Septentrion beslist had om de stap naar de RGLB te zetten, maar dat het gros van de BBBB toch aarzelde. Toen bleek dat er ook binnen de andere Gentse Loges onder de Obediëntie van de Grootloge zoals La Liberté en De Zwijger geen meerderheid kon gevonden worden, beslisten een dertigtal BBBB, namelijk 21 uit de Septentrion en 9 uit andere Gentse Loges, vooral La Liberté, om een nieuwe, reguliere Gentse Loge op te richten.

Deze BBB kwamen voor het eerst samen op woensdag 24 oktober 1979 bij BB Oluf H. thuis. Als naam werd betekenisvol La Fidélité gekozen, voor de trouw aan de onaantastbare landmerken der universele Vrijmetselarij. Daarenboven ontdekten deze BB, ook vrij snel dat zij toevallig de naam hadden gekozen van een uitgedoofde Gentse Werkplaats, die op een ander ogenblik in de geschiedenis met een analoog probleem van trouw aan de Grootmacht was geconfronteerd geweest, en toevallig ook ten opzichte van diezelfde Septentrion.

Het entthousiasme van de Broeders werd gesterkt door het feit dat in november 1979 de G.L. van Schotland, en in december ook de Verenigde Grootloge van Engeland, de RGLB als de enige reguliere Belgische Grootmacht erkenden, en bij die gelegenheid tevens de internationale erkenning onttrokken aan de Grootloge van België. Op 7 januari 1980 affilieerden de stichtende BBBB zich in de AL L’Union te Brussel, op 21 januari werd aldaar een afscheidsritueel gehouden, en op 26 januari werden de kolommen van La Fidélité opgericht tijdens een plechtigheid te Brussel in de zetel van de Reguliere Grootloge, die eigenlijk de vroegere zetel was van de Grootloge van België, doch die overgegaan was naar de RGLB omdat de eigenaar van het gebouw de Hogere Graden waren, die massaal binnen de regulariteit wensten te blijven.

Eerst werd er vergaderd te Kortrijk, en vanaf 1980 in de Skandinaafse Zeemanskerk aan de Port-Arthurlaan te Gent. Tijdens de eerste maanden van haar bestaan koesterden onze stichtende BBBB nog de hoop dat ze zouden kunnen arbeiden in de Tempel van de Septentrion, waar zovelen onder hen persoonlijk hard aan gezwoegd hadden. Doch toen duidelijk werd dat men hen dat genoegen niet zou gunnen, werd noodgedwongen uitgezien naar een andere oplossing. En zoals vaak gebeurt in het leven bleek deze frustratie op termijn een voordeel, want daardoor beschikten deze BBBB, na enkele jaren in Sint-Amandsberg over grote eigen gebouwen met een grote parking, en daarenboven een volledige onafhankelijkheid. Er werd symbolisch tevens een stap teruggezet naar de operatieve Vrijmetselarij: inderdaad, het is met hun eigen handen dat de Stichtende BBBB , vaak bijgestaan door hun echtgenotes, de inrichting van de (kleine) Tempel hebben verwezenlijkt. Op maandag 13 oktober 1980 werd de eerste maal in het eigen lokaal gearbeid.

In 1987 waren er al 60 leden. In 1991 werden een grote Tempel en een grote banketzaal in gebruik genomen. De kans daartoe kregen ze andermaal van de BB- eigenaar van de gronden waarop eerst de kleine Tempel opgetrokken werd.

La Fidélité handhaaft sinds het begin van haar bestaan een probleemloze tweetaligheid. Hoewel de meerderheid der stichtende BBBB Franstalig was, wilden ze door het bewust opteren voor een tweetaligheid (de moedertaal van de kandidaat of de spreker bepaalt de taal van de zitting) aan de ontwikkeling van een Nederlandstalige reguliere Vrijmetselarij in het Gentse een maximale kans geven. Waar in het begin het Frans overwoog, verschoof dit tegen 1990 naar een duidelijk overwicht van het Nederlands. Verder staat La Fidélité bij de andere Werkplaatsen van de Obediëntie bekend om haar zin voor rituele afwerking.

ACACIA (GOB) 1983 – heden

Deze Loge werd samen gepeterd door Bevrijding en De Zwijger GO.

Ze willen zich vooral herbronnen rond het rituaal, en kozen daartoe de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus, die toen enkel beoefend werd binnen de RGLB zodat Acacia binnen het GOB eerder een geïsoleerde positie bekleedt.

Ze streven naar cyclische vernieuwing, en stelden rond de vier zonnewenden een jaarkrans van feestelijkheden in. In de lente worden de nieuwe kandidaten ingewijd, in de zomer is er de bevordering tot gezel, in de herfst de herdenking der doden en het in slaap stellen van BB, en in de winter de verheffing tot meester.

Ze beogen geen snelle rekrutering. Voor hen is de ware maçonnieke progressiviteit: de wederopstanding boven elk politiek en religieus gekibbel.

Hun kenspreuk is: “E tenebris resurgo, folia in lucem tollo” (“Uit de duisternis herrijs ik, en naar het licht verhef ik mijn bladeren ” – zoals de echte Acaciaboom).

OSIRIS (GLB) 1988-heden

FIDES ET AMOR (RGLB) 1991 -heden

Rond 1987 vervoegden enkele Broeders uit de GLB La Fidélité. Hun drang naar de regulariteit was zo groot dat ze ervan droomden om in Gent een Engelstalige Loge te stichten, die Nelson zou noemen. Doch hun idee werd uiteindelijk begraven, omdat zowel het probleem van de taalzuiverheid als van de rekrutering dit project weinig haalbaar maakte. Toen de “Fidélité” maar bleef groeien, namen ze uiteindelijk de beslissing om uit te zwermen als Nederlandstalige Loge. Bij de initiatiefnemers voegde zich weldra B Wiebe O., gewezen Achtbare Meester van loge “L’Amitié sans Fin” te Terneuzen (die de oprichting peterde), en tevens lid van “La Fidélité”. Vermits de traditie wil dat de eerste Achtbare Meester vroeger al elders Achtbare geweest is, werd Wiebe O. verzocht deze taak op zich te nemen. Hij overleed echter schielijk enkele maanden later. Daar zich onder de andere stichters geen Gewezen Achtbare bevond werd beroep gedaan op Marcel H., Gewezen Achtbare Meester van “Acacia” te Kortrijk, en voor de eerste Gewezen Achtbare Meester op Oluf H., Gewezen Achtbare van “La Fidélité.”

De naam “Fides et Amor” —het Latijn voor “Hou (=liefde) ende Trou”— werd gekozen om zijn verwijzing naar “La Fidélité”, “L’Amitié sans Fin” (wat is liefde anders dan eindeloze vriendschap…), en naar de Gentse stadsleuze.

De kleuren moesten oorspronkelijk amarant (zoals de “Fidélité”) en lichtblauw (zoals “L’Amitié sans Fin”) geweest zijn, maar door een vergissing van de Engelse schootsvellen- en kraagbandenproducent werd het rood en donkerblauw, wat ongewild nogal Frans aandoet.

De leuze is: “Ex oriente Lux” – “Het Licht komt uit het Oosten”, een fundamenteel maçonniek beeld, en tevens een verwijzing naar de overleden Broeder Wiebe O.

De kolommen werden opgericht op 20 april 1991. In het begin waren de BBBB weinig talrijk, wat echter ruimschoots werd gecompenseerd door meerdere BB van “La Fidélité”, die tijdelijk een dubbel lidmaatschap namen. Er werden echter in snel tempo vele nieuwe leden in- gewijd, wat een tijdlang tot de merkwaardige situatie heeft geleid dat de nieuwelingen talrijker waren dan de “anciens”. Al na vijf jaar is “Fides et Amor” echter uitgegroeid tot een grote en zeer actieve werkplaats, met haar eigen, boeiende tradities.

Men komt samen in Sint-Amandsberg.

ATHANOR (RGLB) 1995 – heden

Athanor zwermde in 1995 uit vanuit La Fidélité, die op haar beurt in 1980 uitgezwermd was vanuit Le Septentrion en La Liberté. La Fidélité had in 1991 al ontstaan gegeven aan een andere Gentse reguliere loge, Fides et Amor. De loge Athanor werd geïnstalleerd op 28 oktober 1995. Zij heeft haar ziitingen in Sint-Amandsberg. Naar aanleiding van haar twintigjarig jubileum werd in een bibliofiele uitgave “Twintig jaar broederlijke warmte” een overzicht gegeven van het reilen en zeilen van deze werkplaats, met haar up’s en down’s.

EUCLIDES (RGLB) 2000 – heden

In 2000 was er terug een uitzwerming vanuit de moederloge La Fidélité, toen de AL Euclides werd opgericht. Deze Loge werkt zoals de andere reguliere Gentse Loges in Sint-Amandsberg. Deze Loge ‘tekent’ bij elke zitting haar tableau. De Loge is ook bekend omdat de BBBB er bij elke zitting liederen zingen. Eén van hun leden is een componist van maçonnieke liederen (in de VS is er zelfs een scriptie aan gewijd).

SISIPHOS (GLB) 2009-heden

BEVRIJDING ALFA (GOB) 2011-heden

MICHEL DE MONTAIGNE (GLB) 2011-heden

Is een uitzwerming van de Loge Pieter de Zuttere.

LA LUZ (Gran Logia Simbólica Española) 1973-heden – gemengd

De AL La Luz werd in 1973 in Oropesa del Mar (Spanje) gesticht door enkele Belgische BB die er regelmatig verbleven en het plan hadden opgevat om contact te zoeken met en hulp te bieden aan Spaanse VM die clandestien arbeidden, gelet op de vervolgingen door Franco. In 1979 werd in Spanje de Obediëntie Gran Logia Simbòlica Española gesticht (niet-regulier).

In april 1981 ontving de AL La Luz haar constitutie als 4-de Werkplaats van de Gran Logia Simbòlica Española.

De werkplaats heeft een 4-tal zittingen per jaar in de Tempel in Sint-Amandsberg (Tempel van AL Pieter de Zuttere). Elke ingewijde mannelijke of vrouwelijke VM, van welke obediëntie ook, kan lid worden van de AL La Luz ( voor BBBB van de RGLB is dit uiteraard vanuit hun statuut verboden).

DE RUWE KASSEI (GOL) 2004-heden – gemengd

De loge De Ruwe Kassei is gegroeid uit de werkplaats Bevrijding van het Grootoosten van België. Vijfentwintig leden van Bevrijding namen in 2004 een initiatief tot ‘uitzwerming’

De Ruwe Kassei ressorteert onder het Grootoosten van Luxemburg en is gemengd.

BELGISCHE FEDERATIE LE DROIT HUMAIN–gemengd-

Het D.H. telt in Gent volgende symbolische loges:

symbolische loge nº 948 : Gaston Vandermeeren (1933) – Franstalig (XXXX)

symbolische loge nº 1144 : Cyriel Buysse (1968) (…) – Nederlandstalig

symbolische loge nº 1215 : Baken (1975) (…) – Nederlandstalig

symbolische loge nº 1650 : Le Fil d’Ariane (1996) (…) – Franstalig

symbolische loge nº 1744 : Athena (XXXX) (…) – Nederlandstalig

symbolische loge nº 1504 : Toren van Babel (1990) – Nederlandstalig

symbolische loge nr° 1961 : Rizoom (2012)- Nederlandstalig

VROUWENGROOTLOGE VAN BELGIË .

De V.G.L.B. telt in Gent twee actieve loges.

nº 17 : Tamina (XXXX) (…) – Nederlandstalig

n° 27 : De Vierde Pijler (XXXX) (…)(i) – Nederlandstalig

Er worden enkel vrouwen ingewijd, maar op bepaalde zittingen worden Broeders toegelaten deel te nemen aan de Arbeid.

Jan van Eyck (ALMA) 2008- in slaap sedert ????? -gemengd-

Op zaterdag 22 maart 2008, de dag van de Lente-evening, werd in Gent een nieuwe Loge met de naam “Jan van Eyck” opgericht, gemengd en arbeidend volgens de principes van het Vrij Onderzoek.

Ze wou zich toeleggen op de essentie van Vrijmetselarij, wat voor haar leden betekent: Broederlijkheid, Beleving, Bezinning. Deze Loge was gemengd.

De loge behoorde sinds 2009 tot de Universele Maçonnieke Alliantie (ALMA), een obediëntie die de autonomie van de aangesloten loges maximaal respecteert.

Elke ingewijde mannelijke of vrouwelijke VM, van welke obediëntie ook, kon lid worden van de AL Jan van Eyck ( voor zover uiteraard dit vanuit de statuten van hun eigen obediëntie kan ).

Ze liet bezoekers uit alle Obediënties toe.

Uiteindelijk integreerde men in 2018 bij Lithos Confederatie van Loges, meer bepaald in de werkplaats Jacob van Artevelde (zie hierna)

LITHOS CONFEDERATIE VAN LOGES- gemengd

L.C.L. telt in Gent volgende gemengde loges:

nº 8 : Toren van Babel (1990, 2008) (i) – Nederlandstalig

Toren van Babel is een vrijmetselaarsloge die is opgericht in Gent in 1990 binnen de obediëntie van Le Droit Humain. Op 8 juni 2008 maakte de werkplaats de overstap naar Lithos Confederatie van Loges (L.C.L.) omdat daar haar werkzaamheden als soevereine loge beter gegarandeerd worden.

nº 19 : Portus (2011) – Nederlandstalig

De vrijmetselaarsloge Portus is een initiatief van een 27-tal broeders van AL De Zwijger (GOB) om een nieuwe gemengde werkplaats op te richten in de Gentse binnenstad.

n° 24 Tegenlicht  2014-heden – Nederlandstalig

De kolommen werden opgericht op 22 november 2014.

nr. 37 Bevrijding 2017  (1975) -heden – Nederlandstalig

nr.46 Jacob van Artevelde – 2018-heden

nr.42 Lucifer-2019-heden (O:. Merelbeke)

Aangevuld en bijgewerkt door Archivaris Athanor tot dec 2021, voor zover actualisaties en correcties ons bereikten.

Actualisaties, aanvullingen en vastgestelde errata kunnen gemeld worden aan archivaris@loge-athanor.be,